Local view for "https://pressingmatter.nl/Bronbeek/Objects/7"
| Predicate | Value (sorted: default) |
|---|
| rdfs:label |
|
| rdf:type |
|
| ns2:ClassificationID |
|
| pm-bb-vocab:Exhibitions |
"Thieme: Vóór het Huis.
Smits: "ter zijde van den linker ingang tot het gesticht op het grasveld" Buiten, naast de zij-ingang Westkop ?
Catalogus 1959: buiten opgesteld."^^xsd:string
|
| pm-bb-vocab:Notes |
"Thieme: Een scheepskanon met 25 daarbij behoorende kogels; De zoogenaamde Barbarijsche staten op de noordkust van Afrika, Algiers, Tunis, Trippoli en Marokko, bloeiden sedert eeuwen de zeeroof. Alle zeevarende christelijke volken behandelen zij als vijanden, hunne kapers maakten de Middellandsche zee onveilig, en strekten hunne tochten zelfs uit tot buiten de straat van Gibraltar. Wel kon men met hen tractaten sluiten, maar slechts op zeer vernederende voorwaarden; want zij eischten eene schatting van ieder schip, dat de Middellandsche zee bezocht, en de brieven die den schippers werden medegegeven, ten bewijze dat zij tribut betaald hadden, beveiligden niet altijd schip en lading tegen de kaapzuchtige kapers, terwijl de opvarenden, tot slavernij gedoemd, slechts tegen zwaar losgeld ontslagen werden. Gedurig had dit expeditiën tegen de roofstaten ten gevolge. Reeds onder Keizer Karel V namen Nederlanders aan diens expeditiën naar Tunis deel en stonden hunne schepen onder bevel van den Admiraal Frans de Ruiter. Een andere de beroemde Luitt. Admiraal Michiel Adriaansz. handhaafde ook aan het Barbarijsche strand den ouden roem der Nederlanders, maar iedere tuchtiging gaf slechts gedurenden eenigen tijd rust. Weldra roofden de kapers weder met verdubbelde woede.
Gedurende de heerschappij van Keizer Napoleon had hunne kaapvaart eene groote uitgebreidheid verkregen. De Europeesche volken hadden te veel in hun eigen werelddeel te doen, om paal en perk te stellen aan den schandelijken handel, die vooral door Algiers gedreven werd; maar toen Napoleon naar St Helena verbannen en de rust in Europa hersteld was, besloten de Engelsche en Nederlandsche regeeringen eene vloot naar de Middellandsche Zee te zenden, en, den overmoedigen Deij van Algiers te toonen dat de tijden voorbij waren, waarin hij ongestraft zijne geweldenarijen kon plegen.
Engeland leverde tot deze onderneming 12 schepen onder Lord Exmouth, die het opperbevel voerde. Nederland zond 6 oorlogsbodems onder bevel van den Vice Admiraal Van Cappellen, en den 27sten Augustus 1816 werd Algiers door deze vereenigde macht gebombardeerd. Aan dit bombardement nam dit scheepskanon deel. Half Algiers verbrandde en de geheele vloot der zeerovers werd vernield.
De Nederlanders hadden bij deze onderneming 11 dooden en 56 gewonden; 1083 christenslaven werden verlost.
Catalogus 1959: Scheepskanon met bijbehorende kogels (Algiers)."^^xsd:string
|
| ns1:P108i_was_produced_by |
|
| ns1:P1_is_identified_by |
|
| ns1:P45_consists_of |
|
| ns1:P67i_is_referred_to_by |
|
| pm-bb-vocab:PubReferences |
"Smits: Plaat XXII b ; p. 69."^^xsd:string
|
All properties reside in the graph https://pressingmatter.nl/Bronbeek/Objects.ttl.gz
The resource appears as object in 2 triples
Context graph
