Local view for "https://pressingmatter.nl/Bronbeek/Objects/3213"
Predicate | Value (sorted: default) |
---|---|
rdfs:label | |
rdf:type | |
ns2:ClassificationID | |
pm-bb-vocab:Exhibitions | |
pm-bb-vocab:Notes |
"inventaris 1959
inventariskaart: 1970/11/27 van der Weide"^^xsd:string
|
ns1:P108i_was_produced_by | |
ns1:P1_is_identified_by | |
ns1:P45_consists_of | |
ns1:P67i_is_referred_to_by | |
pm-bb-vocab:Provenance |
"Brief 1940/01/16: Intendant van het Huis van den Gouverneur-Generaal. No.52/6
"Geschenk van den Landvoogd aan de Société Belge d'Etudes et d'Expansion te Luik.
Gevolg gevend aan het telefonisch onderhoud, hetwelk ik hede met UHoogEdelGestrenge mocht hebben, zal door bemiddeling van den Opzichter van het Paleis te Batavia-Centrum bij U worden bezorgd een kist inhoudende een voorwerp van Balische Kunst, hetwelk bestemd is, om door bemiddeling van het Belgische Gezantschap te Den Haag te worden doorgezonden aan de Société Belge d'Etudes et d'Expansion te Luik, Avenue Rogier 12 Liège.
Het beeld vertegenwoordigt een waarde van Fl.100,- (Een Honderd Gulden) en is een geschenk van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indië aan bovengenoemde instelling.
Aangezien het samengesteld is van zeer subtiel houtsnijwerk, ware aan de vervoerende maatschappij te verzoeken wel de noodige aandact aan deze zending te doen besteden.
Ik moge van deze gelegenheid gebruik te maken UHoogEdelGestrenge mijn dank te betuigen voor de door U aangeboden bemiddeling voor de behandeling van deze zending.
De fungerend Intendant van het Huis van de Gouverneur-Generaal, de Bie.
aan: Het Hoofd van de Afdeeling Handelspolitiek Algemeene Zaken en Scheepvaartaangelegenheden van het Departement van Economische Zaken, Batavia-Centrum"
Brief 1940/01/22, Het Hoofd van de Afdeeling Handelspolitiek Algemeene Zaken en Scheepvaartaangelegenheden, W. van Enst; no.1605/H.P.
aan: De fungerend Intendant van het Huis van de Gouverneur-Generaal te Buitenzorg
"Met verwijzing naar Uw schrijven van 16 dezer no. 52/6 betreffende het geschenk van den Landvoogd aan de Société Belge d'Etudes et d'Expansion te Luik, heb ik de eer UHoogEdelGestrenge hierbij mede te deelen, dat de inmiddels door mij in ontvangst genomen kist naar Nederland wordt verscheept per m.s. Kota Agoeng, onder het persoonlijk toezicht van een der scheepsofficieren. De zending wordt geconsigneerd aan de Nederlandsche Regeering. De betreffende cognossementen zullen door mij worden opgezonden aan het Hoofd van de Afdeeling van het Departement van Kolonien, wien zal worden verzocht de kist te willen doen overhandigen aan den Belgischen Gezant te's-Gravenhage, door wiens bemiddeling de uitreiking aan de vorengenoemde instelling zal plaats vinden."
Brief 1940/01/24:
van: Het Hoofd van de Afdeeling Handelspolitiek Algemeene Zaken en Scheepvaartaangelegenheden, W. van Enst
aan: Hoofd van de 8ste Afdeeling van het Departement van Koloniën, Den Haag.
"1. Hierbij heb ik de eer UHoogEdelGestrenge afschrift te doen toekomen van het schrijven van de fungeerend Intendant van het Huis van de G.G. van 16 dezer No. 52/6, alsmede van mijn antwoord daarop van den 22sten d.a.v. No. 1605/H.P. Beide brieven handelen over een geschenk van den Landvoogd aan de Société Belge d'Etudes et d'Expansion te Luik.
2. Zooals uit laatsgenoemden brief blijkt, is de betreffende kist onder het persoonlijk toezicht van een der scheepsofficieren verscheept per m.s. Kota Agoeng en geconsigneerd aan de Nederlandsche Regeering. Ik moge U verzoeken de zending in ontvangst te willen doen nemen en zich met het toezicht op de verdere verzorging daarvan te willen belasten.
3. Het eerste exemplaar van het betreffende cognossement gelieve U hierbij aan te treffen. Een doordruk van dit schrijven, vergezeld van het tweede exemplaar van het cognossement wordt per eerstvolgende luchtmail aan U gezonden."
Vrachtbrief van 1940/01/25 Rotterdamse Lloyd "Kota Agoeng", Batavia.
"1 (one) case, said to contain: Wood Carvings Said to weigh gross 20 Kg. Said to measure 0,085 M3"
Ministerie van Koloniën, Den Haag, ongedateerd (16/3/1940?)
van: ?
aan: Secretaris-Generaal Kabinet
"Het in bijgaande stukken bedoeld geschenk is aangekomen, echter zwaar beschadigd. Het betreft een figuur in houtsnijwerk, waarvan twee armen zoomede ankele kleinere uitsteeksels zijn afgebroken. Voor zulk fijn hooutsnijwerk was het voorwerp onvoldoende verpakt. Hoewel het zeker knap gerepareerd zal kunnen worden, waar geen stukken verloren zijn gegaan, lijkt mij dit toch wel wat riskant (bovendien ...wie zal dat betalen? [toegevoegde notitie]). Ik zou U willen voorstellen dat ik het [ ]kennis breng van den Intendant van het Huis van de G.G. en vraag wat gedaan moet worden. Kabinet 16/3
[Notitie]: De voorgestelde methodus procedendi schijnt mij ons toe te juichen 16/3"
Brief: 1940/03/18
van: Chef kabinet, Departement van Koloniën, Kabinet van den Minister
aan: Intendant van het Huis van den G.G.
" Ik heb de eer UHoogEdelGestrenge te berichten dat dezer dagen alhier werd ontvangen de kist, inhoudende het voorwerp van Balische Kunst dat blijkens het Uwerzijdsch aan het Departement van Economische Zaken gericht schrijven van 16 Januari jl. no. 52/6 betsemd is, om door bemiddeling van het Belgisch Gezantschap alhier te worden doorgezonden aan de Société Belge d'Etudes et d'Expansion, Avenue Rogier 12 Liège.
Bij opening van de kist bleek het daarin verpakt houten beeld beschadigd te zijn. Twee armen waren afgebroken, zoomede enkele kleinere uitstekende onderdeelen. In verband hiermede werd dezerzijds geen vrijheid gevonden het bedoeld voorwerp aan het bestemde adres te doen uitreiken.
Voor Uw bericht, hoe in deze ware te handelen, houd ik mij gaarne aanbevolen."
Brief: 1940/04/03
van: Le President de la Société Belge d'Etudes et d'Expansion
aan: Departement van Koloniën
" Monsieur le Directeur,
Je m'excuse du dérangement que je vous occasionne bien a regret.
Mais, je ne crois pas devoir vous laisser ignorer que, pas sa lettre du 26 janvier no. 115/6, Mr. l'Intendant de la maison de S. Exc. le Gouverneur général des Indes Nèerlandaises, nous a fait savoir qu'il avait plu a Mr. le Dr. Jhr. Tjarda van Stackenborg Stachouwer, d'expèdier a notre oeuvre de collaboration internationale - en vue de participer a la dècoration de nos salons - une statue en bois culptè du style de Bali.
Monsieur l'Intendant spècifiait que, ee ègard aux difficultés spéciales que les relations maritimes entre la Hollande et les Indes Neerlandaises rencontrent a l'heure presente, la statue avait ete envoye directement par la M.S. Kotta Agoeng" et qu'il vous avait invite a remettre la caisse precitee a S. Exc. Mr. Leon Nemry notre Ministre a La Haye.
Mr. l'Intendant ajoutait aussi que le "Kotta Agoeng" devant etre attendu en Neerlande fin Fevrier, il etait cependant possible que la statue soit envoyee par voie de terre a partir de Genes jusqu'a La Haye.
Je crois donc opportun de vous mettre des a present au courant de la situation puisque nous ommes au debut du mois d'avril et que nous n'avons encore recu aucune precise a ce sujet.
J'ai l'impression en effet, que, si le Ministre de Belgique a La Hay, avait ete mis en possession de ce cadeau, il n'aurait pas manque - eu egard aux bons rapports que notre association Hollando-Belge entretient avec lui - de nous prevenir immediatement.
Je m'excus, Monsieur le Directeur, du derangement que je vous occasione, bien a regret - a un moment ou vous devez etre surcharge de travail - et j'apprecierais votre obligeance si vous vouliez bien me donner quelques precisions.
Je vous prie, Monsieur le Directeur, d'agreer, avec mes remerciements anticipes, l'expression de mes setiments tres distingues."
Brief: 1940/04/08
van: Chef van het Kabinet, Ministerie van Koloniën
aan: President de la Société Belge d'Etudes et d'Expansion
" Met verwijzing naar Uw aan het Hoofd van de 8ste Afdeeling van het Departement van Koloniën gericht schrijven van 3 dezer, betreffende een aan het door U voorgezeten Genootschap door den Intendant van het Huis van Zijne Excellentie de G.G. van Nederlandsch Indië toegezonden kunstvoorwerp van Balisch houtsnijwerk, heb ik de eer U te berichten dat de betrekkelijke zending hier werd ontvangen, doch bij opening van de kist het zich daarin bevindend beeld gedurende de reis eenigszins beschadigd bleek te zijn, in verband waarmede geen vrijheid werd gevonden het aan het bestemde adres te doen uitreiken.
Ik ben thans nader bericht uit Nederlandsch-Indië wachtende, hoe ten deze verder ware te handelen."
Brief: 1940/04/19
van: Intendant Huis GG
aan: Chef Kabinet Minister van Koloniën
" Ter voldoening aan een van Zijn Excellentie den GG bekomen opdracht, heb ik de eer UHoogEdelgestrenge naar aanleiding van Uw schrijven d.d. 18 Maart j.l. te berichten, dat door den Landvoogd opdracht werd gegeven een nieuw beeld te doen vervaardigen.
Oorspronkelijk lag het in de bedoeling, dat dit geschenk door mij zou worden meegenomen bij mijn reis naar Europa, doch heden werd bericht ontvangen, dat de opdracht onmogelijk op tijd kan zijn uitgevoerd. De Société Belge d'Etudes et d'Expansion te Luik werd door mij ter zake ingelicht.
Zijn Excellentie droeg mij op U te verzoeken het beschadigde beeld voorloopig in bewaring te nemen en mij toe te staan mij na aankomst in Nederland bij U te vervoegen teneinde na te gaan of wellicht nog een of andere bestemming hieraan kan worden gegeven.
Ter Uwer inlichting diene, dat ik op 27 April a.s. per m.s. Johan van Oldenbarneveldt naar Nederland vertrek en omstreeks 22 Mei aldaar hoop aan te komen."
Brief: 1960/06/10
van: F.Kunst Bronbeek
aan: Mw. J.Pape-van Steenacker, adjunct conservatrice KIT
"Zoals ik U tijdens mijn laatste bezoek aan Uw Museum reeds vertelde, hebben wij een beschadigd beeld van Balisch houtsnijwerk dat oorspronkelijk vier armen had en ongeveer van dezelfde afmeting en vorm is als het exemplaar dat in een vitrine bij U staat.
Het beeld hebben wij kortgeleden gekregen van het inmiddels opgeheven Ministerie van Zaken Overzee waar het in maart 1940 van de G.G. van Ned-Indië werd ontvangen om door bemiddeling van het Belgisch Gezantschap te Den Haag als een geschenk van Ned-Inide te doen toekomen aan de Société Belge d'Etudes et d'Expansion te Luik.
Aangezien het beeld van zeer subtiel houtwerk is vervaardigd en slecht verpakt was, is het tijdens het vervoer naar Nederland deerlijk beschadigd. De toenmalige Landvoogd Mr. Dr. Jhr. Tjarda van Starkenborg Stachouwer, daarvan verwittgd, liet weten dat een ander exemplaar zou worden toegezonden, doch door het uitbreken van de wereldoorlog kon daaraan geen uitvoering worden gegeven.
Het defecte beeld is thans zo goed mogelijk hersteld en bij aandachtige beschouwing is nu gebleken dat het een opschrift bevat. Aan de achterzijde, onder aan de rand, is in het hout een regel van vermoedelijk Arabische schrifttekens gekerfd en de betekenis daarvan zouden wij gaarne willen weten.
Nu is mijn vraag of in Uw omgeving iemand is die aan de hand van bijgaande afdruk van dat onderschrift ons aan een vertaling zou kunnen helpen. Zoudt U daartoe Uw gewaardeerde bemiddeling willen verlenen?
Bij voorbaat dank voor de moeite en met belangstelling Uw antwoord tegemoet ziende, verblijft"
Brief: 1960/06/28
van: J.Pape-van Steenacker, KIT
aan: F.Kunst, Bronbeek
"Uw brief dd. 10 juni j.l. heeft enige vertraging ondervonden, omdat ik met vacantie was, maar nu haast ik mij U de vertaling te zenden, die Drs. R.L. Mellema, taalkundig medewerker aan onze afdeling zo vriendelijk was te geven. Hij zegt :"Het opschrift is gesteld in modern Balisch schrift. Het Luidt:
Pekaryyan ida bagus utu hmas, ri pradesa hmas. "werkstuk van Ida Bagus Utu Hmas, in de desa Hmas".
Vertrouwende hiermede Uw vraag beantwoord te hebben, Met vriendelijke groeten, Hoogachtend,""^^xsd:string
|
All properties reside in the graph https://pressingmatter.nl/Bronbeek/Objects.ttl.gz
The resource appears as object in 2 triples
Context graph
The server does not have the graphviz program
dot
installed in PATH. See http://www.graphviz.org/ for details.