Local view for "https://pressingmatter.nl/Bronbeek/9427/biography"
Predicate | Value (sorted: default) |
---|---|
rdf:type | |
ns1:P190_has_symbolic_content |
"1900: Adelborst 1e klas
1900/10/17: Vertrokken naar Den Helder en geplaatst op het instructieschip "Bellona".
1903/04/01: Luitenant ter Zee 2e klas.
1904: Uit Nederlands Oost Indië gekomen en geplaatst bij het instituut der Marine in Den Helder.
1906/07/13: Geplaatst op H.M. logementsschip "Neptunus" te Willemsoord; daarna weer vertrokken naar Nederlands Oost Indië.
1909/1910: Deelname aan de Militaire exploratie van Nederlandsch Nieuw Guinea. Voorverkenning van Noord Nieuw Guinea:
Nog voor den aanvang der exploratie werden door Hr.Ms. flottieljevaartuig "Edi" onder bevel van den Luitenant ter Zee 1e klas F.L. Rambonnet de nodige voorverkenningen verricht. In de maand augustus 1909 werd de Humboldtbaai nader opgenomen en werd door Luitenant ter Zee Rühl de Tami-rivier en daarna de Bewani-rivier een eind opgevaren. In de maanden September en Oktober werden de verkenningen op de Noordkust tot in de Geelvinkbaai voortgezet. Samenstelling van het exploratiedetachement voor de voorverkenningen in het tijdvak van Juni t/m October 1909:
F.L. Rambonnet: LtZ 1e klas, Commandnat van Hr.Ms. "Edi"
C. Rühl: LtZ2e klas
W. Brandt: LtZ2
J.W. baron van Haersolte van Haerst: Adelborst 1e klas.
Exlporatie van het Mamberamo gebied:
Nadat de Mamberamo rivier reeds drie maal werd opgevaren, vond de vierde opvaart in 1909 plaats door den Luitenant ter Zee 1 F.L. Rambonnet en den Luitenant ter Zee 2 Christoffel Rühl. Deze opvaart duurde van 26 juni tot 7 juli 1909 ten behoeve van eenige voorloopige verkenningen voor de voorgenomen militaire exploratie.
Met het ss. "pionier" slaagde men er in ± 20km hemelsbreed voorbij het Havik-eiland te komen. Per prauw, die bij de stroomversnellingen werd leeggehaald en over land werd vervoerd, kon nog ± 15 km verder worden doorgedrongen. Bij de afvaart werd met de prauw de Aiberan (later Wierrivier) gevolgd en in kaart gebracht. Voor de militaire exploratie was onder andere de opdracht: "zoo mogelijk de kam van het Centraal gebergte te bereiken".
De samenstelling van dit exploratiedetachement was:
A. Franssen Herderschee: Kapitein, commandant.
J.C: Brasser: 1e Luitenant
Christoffel Rühl: LtZ2
F.D. Otken: Officier van gezondheid 2e klas
Dr. J.K. van Gelder: Mijningenieur, Luitenant ter Zee 2e klas
"den 20sten November 1909 kwam het militair detachement onder Kapitein A. Franssen Herderschee te Menoekwarie (Vogelkop) aan en richtte daar de basis voor de expeditie in. Na eene verkenning door den Commandant der expeditie met een brigade als dekking (23 november - 3 december 1909), vertrok den 3den Januari 1910 het eerste echelon naar de Mamberamo met opdracht bij de van Gelder-rivier een bivak in te richten (Koeteibivak - later verplaatst naar Pionierbivak aan den rechteroever bij de Otkenrivier). Den 20sten Januari kwam het tweede echelon aldaar aan. Reeds was het eerste echelon onder Luitenant Brasser aan den levensmiddelenopvoer begonnen, zoodat de detachementscommandant onmiddelijk kon doorreizen naar Bandoengbivak (15 km boven de Edivallen).De 7den Februari werd met de voorste afdeeling de tocht voortgezet, waarop den 11den de meervlakte werd bereikt. De Van der Willigen-rivier werd als toegangsweg naar het sneeuwgebergte gekozen en dagelijks gemiddeld 17 km afleggende werd den 22sten Februari te Rustoord de voorwaartsche beweging wegens ziekte onde de deelnemers tijdelijk gestaakt.
Den 9den Maart kon de tocht worden voortgezet waarop den 18den de samenvloeiing van de Toradja rivier en de Rühl-rivier werd gepasseerd. Hier werd later een opslagplaats voor levensmiddelen gevestigd (Ongeluksbivak). Van hieruit werd onderzocht of de Toradja-rivier voor een verdere doordringen geschikt zou zijn, doch bleek, dat hier de landtocht zou moeten aanvangen. Dit geschiedde den 27sten Maart maar reeds den 2den April moest een deel van de patrouille, na een hoogte van 850m te hebben bereikt, wegens ziekte terugkeeren. Beri-beri en malaria grepen nu zo snel om zich heen, dat tot de terugtocht moest worden besloten.
Den 6den APril uit Ongeluksbivak vertrokken, kwam de detachementscommandant den 8sten in Bataviabivak; de afstand Bataviabivak - Ongeluksbivak, waarover de transporten stroomopwaart twee weken deden werd in 2,5 dag afgevaren. Den 23sten April was nagenoeg de geheele expeditie te Menoekwari terug."
Een merkwaardige onderneming was die van een Duitscher, Dr. Max Moskowski. Hij had van de Nederlands-indische Regeering vergunning gekregen zich bij de Mamberamo expeditie Franssen Herderschee aan te sluiten. Door den terugkeer van deze expeditie, eerder dan verwacht werd, kon dit plan niet doorgaan. Hij liet zich 4 Sumatranen en 1 Javaan en vergezeld van een Europeaan, 18den Mei 1910 afzetten bij Kapap d´Urville.
Op den 20sten November wist hij de samenvloeiing te bereiken van de Toradja-rivier en de Rühlrivier.
1913/12/16: Luitenant ter Zee 1e klas
1923/06/16: Kapitein Luitenant ter zee
1923/07/27: Commandant Kweekschool voor Inlandsche Schepelingen te Makassar.
1928/12/14: Kapitein ter Zee
1928/12/14: Ondercommandant Marine tevens Directeur Marine Etablissement en Chef Marine Kustwacht te Amsterdam.
1930/12/16: Ondercommandant Marine te Vlissingen tevens Territoriaal Bevelhebber in Zeeland.
1933/02/01: Met pensioen
1935-1940: Voorzitter Indelingsraad (Ministerie van Oorlog)
1945/11/15: Inspecteur Indelingsraden tot 1948/01/01.
"^^xsd:string
|
ns1:P2_has_type |
All properties reside in the graph https://pressingmatter.nl/Bronbeek/Constituents.ttl.gz
The resource appears as object in one triple:
{ pm-bb:Constituents/9427, ns1:P67i_is_referred_to_by, pm-bb:9427/biography }
Context graph
The server does not have the graphviz program
dot
installed in PATH. See http://www.graphviz.org/ for details.